Normaal gesproken vormt uitbetaald gespaard vakantie- en compensatieverlof (spaarverlof) bezoldiging voor de WNT, ook als de uitbetaling bij einde dienstverband plaatsvindt. De grondslag of reden voor de uitbetaling ligt normaal gesproken in het dienstverband, niet in de beëindiging daarvan. Echter, voor zover de uitbetaling van opgebouwd spaarverlof bij einde dienstverband plaatsvindt op basis van of als onderdeel van de tussen partijen gemaakte afspraken over de beëindiging van het dienstverband en over de compensatie van de (inkomens)gevolgen van de beëindiging van het dienstverband, vormt die uitbetaling geen bezoldiging maar een uitkering wegens de beëindiging van het dienstverband. Dit zal zich slechts in uitzonderlijke gevallen voordoen:
- Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de topfunctionaris bij ontslag volgens de bepalingen over het spaarverlof in de cao, een andere collectieve regeling of wettelijk voorschrift (zoals een publiekrechtelijke rechtspositieregeling), geen recht zou hebben op uitbetaling van het opgebouwde spaarverlof, bijvoorbeeld vanwege formele of procedurele gebreken, maar partijen spreken in het kader van de beëindiging van het dienstverband af dat het opgebouwde spaarverlof (geheel of gedeeltelijk) alsnog zal worden uitbetaald. In dat geval telt (het betreffende deel van) het uitbetaalde spaarverlof dus mee bij de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband voor de toets aan het maximum op grond van artikel 2.10, eerste lid, WNT.
- Een ander voorbeeld zou kunnen zijn dat de topfunctionaris op grond van de toepasselijke cao-bepalingen of andere collectieve of wettelijke regeling bij beëindiging van het dienstverband slechts recht heeft op gedeeltelijke uitbetaling van het spaarverlof maar partijen spreken in het kader van de beëindiging van het dienstverband af dat de topfunctionaris toch het volledige bedrag of een groot deel daarvan uitbetaald krijgt, maar in ieder geval meer dan waarop formeel recht bestaat op grond van de cao c.a.. Ook in dat geval telt (het betreffende deel van) het uitbetaalde spaarverlof mee bij de uitkering wegens beëindiging van het dienstverband voor de toets aan het maximum op grond van artikel 2.10, eerste lid, WNT.
Of dit aan de orde is, dient te worden beoordeeld op basis van de tussen partijen gemaakte afspraken over de beëindiging van het dienstverband, de feiten en omstandigheden van het geval en de uitlatingen die partijen tegenover elkaar hebben gedaan, en de toepasselijke bepalingen van de cao of een andere collectieve regeling, dan wel het toepasselijke wettelijke voorschrift.