Stappenplan indien de deeltijdfactor niet is vastgelegd voor een topfunctionaris zonder dienstbetrekking (vanaf kalenderjaar 2020)

Het volgende is alleen van toepassing vanaf de dertiende kalendermaand van de functievervulling zonder dienstbetrekking.

Bij onderstaand uitgewerkt stappenplan is van belang om te weten dat de deeltijdfactor dient te zijn vastgelegd. Echter indien dit niet het geval is, kan de deeltijdfactor op onderstaande wijze bepaald worden door de instelling en door de accountant worden gecontroleerd.

Bij topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de dertiende kalendermaand van de functievervulling worden doorgaans alleen de gewerkte uren (=productieve) in rekening gebracht. Feestdagen, vakantie, verzuim en overige improductieve uren (o.a. opleiding, acquisitie) worden, in tegenstelling tot topfunctionarissen met een dienstbetrekking, niet in rekening gebracht aan de opdrachtgever (de WNT-instelling).

De voorgaande improductieve uren zullen in de regel niet vergoed worden. Indien improductieve uren echter wel worden vergoed, is er geen verschil in berekening van de deeltijdfactor met de topfunctionaris in dienstbetrekking. Zie: https://www.topinkomens.nl/vraag-antwoord/vraag-en-antwoord/hoe-wordt-de-deeltijdfactor-voor-een-topfunctionaris-in-dienstbetrekking-bepaald.

Indien bij een topfunctionaris zonder dienstbetrekking vanaf de dertiende kalendermaand van de functievervulling de improductieve uren niet worden vergoed (wat in de regel het geval zal zijn), dan wordt de deeltijdfactor vanaf het kalenderjaar 2020 als volgt bepaald:

Deel het aantal productieve (over het algemeen zijn dit de gedeclareerde uren) uren door het gebruikelijke aantal uren voor een voltijds dienstbetrekking. Ingeval het dienstverband korter dan een volledig kalenderjaar heeft geduurd, moeten de productieve uren voor een voltijds dienstverband voor een volledig kalenderjaar uit onderstaande tabel naar rato van de duur van het dienstverband in kalenderdagen worden bepaald. Deze correctie vindt plaats met behulp van de formule A x (B/C), waarbij:

A = het aantal productieve uren voor een voltijds dienstverband voor een volledig kalenderjaar uit onderstaande tabel

B = het aantal kalenderdagen van het dienstverband in het kalenderjaar

C = 365 kalenderdagen (of, in een schrikkeljaar, 366).

Voor een zo precies mogelijke berekening van het individueel toepasselijk WNT-bezoldigingsmaximum dient de deeltijdfactor, voor zover kleiner dan 1 fte, rekenkundig op drie decimalen te worden afgerond (vanaf getal 5 naar boven, tot en met getal 4 naar beneden). Voorbeeld: een deeltijdfactor van 1 wordt uitgedrukt als 1, een deeltijdfactor van 0,9945 wordt uitgedrukt als 0,995, en een deeltijdfactor van 0,4944 wordt uitgedrukt als 0,494. De maximale deeltijdfactor is 1 fte.

Hierbij dient vanaf het kalenderjaar 2020 voor de bepaling van het aantal productieve uren voor een voltijds dienstverband gerekend te worden met de norm voor productieve uren zoals jaarlijks wordt vastgelegd in de Handleiding Overheidstarieven (hierna: de HOT). De HOT wordt jaarlijks geactualiseerd en gepubliceerd.

Uitgaande van een voltijds werkweek van 36 uur is het aantal productieve uren over het kalenderjaar 2020 bij een dienstverband dat ook een volledig kalenderjaar heeft geduurd 1415 uur en voor het kalenderjaar 2021 is dat (idem dito) 1410 uur. Een 38-urige en een 40-urige werkweek moeten naar rato worden gecorrigeerd en rekenkundig worden afgerond zoals in onderstaande tabel voor deze jaren is uitgewerkt.

Kalenderjaar 2020

Kalenderjaar 2021

Kalenderjaar 2022

Kalenderjaar 2023

Kalenderjaar 2024

Kalenderjaar 2025

Voltijdse werkweek

Productieve uren (afgerond)

Productieve uren (afgerond)

Productieve uren (afgerond)

Productieve uren (afgerond)

Productieve uren (afgerond)

Productieve uren (afgerond)

36 uur

1415

1410

1409

1363

1364

1355

38 uur

1494

1488

1487

1439

1440

1430

40 uur

1572

1567

1566

1514

1516

1506

Voorbeeld 1 van de berekening van de deeltijdfactor voor het kalenderjaar 2021, uitgaande van een dienstverband dat een volledig kalenderjaar, 365 kalenderdagen, (heeft) omvat:

Een interim-topfunctionaris heeft 1000 uur gewerkt. Binnen de betreffende WNT-instelling is de gebruikelijke omvang van een voltijds dienstverband 36 uur per week. Het aantal bijbehorende productieve uren is 1410 (kalenderjaar 2021). De deeltijdfactor is dan 1000:1410 = 0,709 fte.

Voorbeeld 2 van de berekening van de deeltijdfactor voor het kalenderjaar 2021, uitgaande van een dienstverband dat in totaal 180 kalenderdagen (heeft) omvat:

Een interim-topfunctionaris heeft 540 uur gewerkt. Binnen de betreffende WNT-instelling is de gebruikelijke omvang van een voltijds dienstverband 36 uur per week. Het aantal bijbehorende productieve uren voor een voltijds dienstverband voor een volledig kalenderjaar uit bovenstaande tabel is, gecorrigeerd voor 180 kalenderdagen, 695 (kalenderjaar 2021), volgens de rekenformule A x (B/C) waarbij A = 1.410, B = 180 en C = 365. De deeltijdfactor is dan 540:695 = 0,777 fte.

Let op: Tot en met kalenderjaar 2019 wordt gerekend met 1440 productieve uren bij een 38-urige voltijds werkweek.