Hoe wordt het individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum bepaald?

Het individueel toepasselijk WNT-bezoldigingsmaximum dat voor een leidinggevende topfunctionaris geldt, dient als volgt te worden berekend:

y= (x ∙ a ∙ b)/365

Waarbij:

  • y = het individueel toepasselijk WNT-bezoldigingsmaximum.
  • x = het voor de WNT-instelling toepasselijk bezoldigingsmaximum per jaar.
  • a = de deeltijdfactor (maximaal 1 fte).
  • b = het aantal kalenderdagen (niet: werkdagen) vanaf aanvang t/m einde van de functievervulling, in het kalenderjaar.

Voor een zo precies mogelijke berekening van het individueel toepasselijk WNT-bezoldigingsmaximum dient de deeltijdfactor, voor zover kleiner dan 1 fte, rekenkundig op drie decimalen te worden afgerond (vanaf getal 5 naar boven, tot en met getal 4 naar beneden). Voorbeeld: een deeltijdfactor van 1 wordt uitgedrukt als 1, een deeltijdfactor van 0,9945 wordt uitgedrukt als 0,995, en een deeltijdfactor van 0,4944 wordt uitgedrukt als 0,494. De maximale deeltijdfactor is 1 fte.

In het geval van een schrikkeljaar dient in de noemer van bovenstaande berekening niet met 365 maar met 366 kalenderdagen gerekend te worden.

Voor topfunctionarissen zonder dienstbetrekking geldt vanaf 2016 de eerste twaalf kalendermaanden een afwijkende norm.